Panama Papers deel 5
Wat #offshoreleaks, #luxleaks, #swissleaks, #panamapapers en die torenhoge en groeiende stapel aan kritische rapporten over belastingontwijking die ngo’s de laatste jaren hebben geproduceerd ons leren, is dat wij leven in een wereld van fiscale apartheid. Voor de rijken, wel-gesitueerden, wel-gepositioneerden, de immorelen en de groten (multinationals) geldt een ander fiscaal regime dan voor de armen, de modalen, de rechtschapenen en de kleinen (MKB).
Belastingontwijking is geen incident maar een patroon, geen uitwas maar een industrie
Cijfers over verschuivingen in belastingtarieven en -inkomsten laten zien dat sinds de ontgrenzing van nationale markten aan het einde van de jaren ’70, de belastingdruk radicaal is verschoven van de meest mobiele grondslag (kapitaal) naar de meest immobiele (arbeid en consumptie). Bedroegen de tarieven voor winstbelasting begin jaren ’80 zo rond de vijfenveertig procent, anno 2016 is dat pakweg de helft. En de beweging is ook na de crisis een neerwaartse, met het felbegeerde nultarief als lonkend baken aan de horizon.
En dat zijn de nominale tarieven; in reële termen betalen rijken, corrupten en groten ook nu al niet of nauwelijks belasting. Zo droeg in 2000 het Nederlandse bedrijfsleven nog voor 10 procent bij aan de schatkist. Anno 2016 is dat gedaald tot iets minder dan 4 procent, een daling van meer dan 60 procent over een periode van vijftien jaar. Met dank aan de omvangrijke en groeiende wealth defense industry bestaande uit fiscalisten, advocaten, trustboeren, notarissen en bankiers, die rijken, corrupten en groten voor een aantrekkelijk honorarium maar wat graag bijstaan bij het ontlopen van hun burgerplicht.
Terug